Kinder Manuele Therapie (KMT voorheen KISS)

Inleiding

Bij Slot_Keerssemeeckers houdt Nick Keerssemeeckers zich bezig met de behandeling van kinderen met HCFS (Hoog Cervicale Functie Stoornissen) Sinds 2005 behandeld hij zo'n 75 zuigelingen per jaar. 

Behandeling van een zuigeling met manuele therapie kan de aangewezen behandelmethode zijn indien er een functiestoornis in de nekwervelkolom van de zuigeling aanwezig is. De aanwezigheid van een dergelijke functiestoornis wordt vermoed, indien de zuigeling langdurig met het hoofdje naar dezelfde zijde ligt en een sterke voorkeur heeft voor het roteren naar één zijde en / of sterk overstrekt. Ook indien een zuigeling een afwijkende of onrustige slaaphouding (huilend wakker worden meerdere keren per nacht) heeft kan een verkennend consult bij een kinder-manueeltherapeut verhelderend werken.

Er zijn evenwel vele oorzaken waardoor een zuigeling een voorkeurshouding en / of een overstrekking kan vertonen echter, indien kan worden vastgesteld dat de oorzaak ligt in een functiebeperking van de nekwervelkolom, is er een aangrijpingspunt voor behandeling. Het vaststellen en het behandelen van bovenbedoelde functiestoornis gebeurd door de kinder-manueeltherapeut. De kinder-manueeltherapeut dient hiertoe ingeschreven te staan in het register van de European Workgroup for Manual Medicine (EWMM). Inschrijving in dit register waarborgt het kwaliteitsniveau middels na- en bijscholing. Dit register is ook erkend door het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) zodat hier sprake is van een reguliere behandelvorm. De vergoeding van deze zorg vindt derhalve plaats vanuit de basisverzekering.

Statistiek

Sinds 2006 en tot en met 2014 behandelden Nederlandse kinder-manueeltherapeuten 68.409 zuigelingen in 221.266 behandelingen zonder één gerapporteerde complicatie! (1) Van alle Nederlandse zuigelingen met een voorkeurshouding wordt bijna 25% ook door de kinder-manueeltherapeut uit ons register behandeld (2). Men kan stellen dat hier sprake is van een veilige behandelvorm. Er worden in de kinder-manueeltherapeutische behandeling van de zuigeling dan ook geen harde manueel therapeutische technieken (kraken) gebruikt maar enkel mobiliserende zachte technieken. Deze technieken worden veelal toegepast in het bovenste deel van de nekwervelkolom van de zuigeling waarna na gemiddeld 3,4 behandelingen er sprake is van een normalisering van de beweeglijkheid en meestal na enige dagen / weken ook van de stand van het hoofd. In de begeleiding van dit traject is de hulp van een kinderfysiotherapeut over het algemeen onmisbaar. Deze weet de ouders te voorzien van de juiste adviezen, oefeningen en meet eventueel de vervorming van de schedel (deformatieve plagiocephalie) van tijd tot tijd. Zo’n 70% van de geregistreerde kinder-manueeltherapeuten werken nauw samen met een kinderfysiotherapeut. Deze samenwerking wordt door de EWMM aangemoedigd.

Buiten de zuigelingen behandelen kinder-manueeltherapeuten jaarlijks nog duizenden kinderen in de leeftijd 0 – 18 jaar voor wervelkolom(gerelateerde) klachten zoals rugpijn, hoofdpijn, nekpijn, evenwichtsproblemen, slechte tot matige motoriekontwikkeling etc. In combinatie met voornoemde symptomen is er regelmatig sprake van gedragsproblemen. Gedragsproblemen op zich staand zijn over het algemeen geen reden om de kinder-manueeltherapeut te raadplegen. Echter was in de zuigelingenleeftijd sprake van bovenomschreven (onbehandelde) nekproblemen, dan is het zinvol de kindermanueeltherapeut te raadplegen. Raadpleeg daarvoor ook de foto’s van uw baby in het eerste levensjaar.

Onze behandelmethode staat los van de behandeling van zuigelingen en kinderen door chiropractoren, osteopaten, craniosacraaltherapeuten en andere complementair werkende zorgsoorten. Ofschoon deze beroepsgroepen het KISS concept na introductie in Nederland in 1998 door Henk Mohr dankbaar van ons hebben “geleend”, hebben wij geen inhoudelijke contacten hiermee. De kinder-manueeltherapeut is dus BIG geregistreerd én moet zijn of haar registratie in het kwaliteitsregister van het KNGF en de registratie bij de EWMM in stand houden door voortdurende na- en bijscholing. Alleen zo kan de kwaliteit van de behandelingen worden gegarandeerd. En alleen zo blijft het voor ouders duidelijk waar hun kind veilig en deskundig kan worden behandeld. Dit is mogelijk dankzij jarenlange zorgvuldige registratie en onderzoek.

Onderzoek

Vanaf 2007 is er onder leiding van de European Workgroup for Manual Medicine (EWMM) een aanzet gegeven voor wetenschappelijke onderbouwing van het door Dr. Heiner Biedermann geformuleerde KISS-concept en dit proces heeft tot op heden voortgang onder begeleiding van Prof. Dr. R.A. de Bie en Prof. Dr. M.W.G. Nijhuis van respectievelijk de universiteit van Maastricht en die van Nijmegen. In 2007 voerde de EWMM-Nederland voor het eerst een groot beschrijvend onderzoek uit waarbij 261 zuigelingen gedurende behandeltraject door een kinder-manueeltherapeut werden gevolgd. Door de ouders opgemerkte symptomen zijn weergegeven in onderstaande tabel. (3)

Tabel1

 

Niet alle symptomen hierboven vermeld hebben in ieder individueel geval per sé een relatie met een functiestoornis van de nekwervelkolom. Als u echter verschillende symptomen herkent bij uw kindje, kan het raadzaam zijn een kinder-manueeltherapeut uit het register van kinder manueel therapeuten te raadplegen. Uit het onderzoek bleek voorts dat er na de behandelingen geen negatieve bijwerkingen van de behandeling kon worden vastgesteld en noteerden de ouders een gemiddelde! symptoomreductie van 89%. In dit onderzoek werd op 3 verschillende manieren aan de ouders gevraagd hoeveel hun kindje vooruit was gegaan door de behandelingen bij de kinder-manueeltherapeut om een zo objectief mogelijk antwoord te krijgen. Het resultaat was echter bij iedere antwoordenverzameling onverminderd hoog (zie grafiek hieronder).

Tabel2

Lange termijn effecten

Als een zuigeling niet wordt behandeld voor een functiestoornis in de nekwervelkolom als bovenbedoeld, zal de (soms storende) variatie in motorische ontwikkeling groter zijn dan gemiddeld. Onze hypothese is dat gedurende het verdere leven de blokkering in de nekwervelkolom in stand blijft. Hoeveel last een individu in zijn verdere ontwikkeling ervan zal hebben hangt van tal van factoren af zoals:

  • grondmotorische eigenschappen
  • bouw van het bindweefsel
  • opvoeding
  • scholing
  • beroep
  • psychologische factoren

Echter, meestal is er sprake van een licht tot fors afwijkende motorische ontwikkeling indien een zuigeling met een nekfunctiestoornis niet wordt behandeld. Uit klinisch onderzoek blijkt dat bij alle volwassenen die voor nekgerelateerde hoofdpijn een manueeltherapeut bezoeken, in 30% van de gevallen nog steeds een functiestoornis in de nekwervelkolom aantoonbaar is die terug te voeren valt op het eerste levensjaar. De kinder-manueeltherapeut zal deze gevallen sneller herkennen vanwege zijn achtergrond en scholing bij de EWMM en ook meer voor deze patiënten kunnen betekenen. De kinder-manueeltherapeut behandelt dus ook volwassenen en zal hierbij vooral letten op de vorm van de schedel immers, deze wordt vooral in het eerste levensjaar bepaald. Is de vorm van de schedel afwijkend dan komt dit bijna in alle gevallen door een voorkeurshouding in het eerste levensjaar.

Zonder verleden geen heden!